Veranderingen in de inkomstenbelasting voor box 1 in 2024
In box 1 van de inkomstenbelasting betalen IB-ondernemers belasting over hun bedrijfsinkomsten. Dit geldt voor individuen met bijvoorbeeld een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), en partners in een maatschap.
Box 1 omvat verschillende belastingschijven en -tarieven, die jaarlijks worden aangepast aan de inflatie. Ondanks de hoge inflatie stijgt het tarief van de eerste belastingschijf (voor een inkomen tot € 75.518) in 2024 slechts met 0,04 procent naar 36,97 procent. Tegelijkertijd wordt de arbeidskorting verhoogd en is de algemene heffingskorting volledig geïndexeerd. Deze maatregelen zijn bedoeld om de koopkracht te ondersteunen, wat betekent dat IB-ondernemers met een gemiddeld of lager inkomen waarschijnlijk meer netto overhouden volgend jaar.
Als je als ondernemer aanzienlijk meer verdient dan het gemiddelde inkomen, is de kans groot dat je ook meer belasting moet betalen. De tweede belastingschijf van de inkomstenbelasting in box 1 is slechts voor een derde meegegroeid met de inflatie. Dit betekent dat mensen met een hoger inkomen sneller in het hogere belastingtarief van 49,5 procent terechtkomen, vanaf een belastbaar inkomen van € 75.518.
Tot slot, een kleine wijziging om op te letten: de betalingskorting in box 1 voor ondernemers die hun voorlopige aanslag inkomstenbelasting in één keer betalen (in plaats van in termijnen) wordt afgeschaft. Het betalen van deze aanslag vóór de aangifte inkomstenbelasting levert dus geen financieel voordeel meer op. Het is verstandig om je belastingreservering tijdelijk op een spaarrekening te zetten.
Afname van ondernemersaftrek
Zoals de meeste ondernemers weten, komen sommige aftrekposten onder druk te staan. De zelfstandigenaftrek daalt in 2024 van € 5030 naar € 3750 en de mkb-winstvrijstelling zakt van 14 naar 13,31 procent. Dit betekent dat je in 2024 over een groter deel van je winst belasting betaalt.
Volledige afschrijving van bedrijfspanden
Voor ondernemers die een eigen bedrijfspand hebben, is er belangrijk nieuws: vanaf 1 januari 2024 kunnen IB-ondernemers hun bedrijfspanden tot maximaal 100 procent van de WOZ-waarde afschrijven, in plaats van de vroegere 50 procent.
Veranderingen in de inkomstenbelasting voor box 2 in 2024
Voor directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) van een bv of nv verandert er fiscaal veel vanaf 1 januari 2024. De regering heeft ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in belastingbox 2 door het invoeren van twee tariefschijven in plaats van een standaardtarief.
Box 2 belast inkomsten uit een aanmerkelijk belang, wat betrekking heeft op personen die 5 procent of meer van de aandelen in een bv, nv of coöperatie bezitten.
Twee tarieven in box 2
Het standaardtarief van 26,9 procent verdwijnt. Voor een winstuitkering tot € 67.000 betalen dga’s 24,5 procent dividendbelasting. Voor bedragen boven € 67.000 geldt een tarief van 33 procent. Als je een fiscaal partner hebt, wordt gekeken naar het gezamenlijke inkomen in box 2. Tot een bedrag van € 134.000 betaal je 24,5 procent belasting. Voor het bedrag boven € 134.000 geldt een tarief van 33 procent.
Deze veranderingen kunnen voor ondernemers met hoge winsten een reden zijn om minder dividend uit te keren en meer geld in de bv te houden. Als dga kun je voor persoonlijke uitgaven tegen een lage rente geld lenen van de bv. Het is verstandig om met een financieel adviseur te bespreken wat in jouw situatie het voordeligst is.
Beperking van leningen van bv
Het bedrag dat dga’s onbelast mogen lenen van hun eigen bv wordt verlaagd van € 700.000 naar € 500.000, met uitzondering van leningen voor de eigen woning.
Wijzigingen in de inkomstenbelasting voor box 3 in 2024
Het belastingplan 2024 brengt ook aanzienlijke veranderingen in box 3, de vermogensrendementsheffing. Voorheen gebruikte de Belastingdienst een fictief rendement om de rendementen op sparen en beleggen te belasten. Vanaf 2027 wordt belasting geheven op basis van werkelijk rendement.
Tot die tijd geldt een overgangsregeling. Voor belegd vermogen worden aannames gebruikt, terwijl voor spaargeld het werkelijke rendement bepalend is. Dit is eerlijker dan het hoge fictieve rendement op spaargeld van 6,04 procent. Het belastingtarief in box 3 stijgt in 2024 van 32 naar 34 procent, maar alleen als je spaargeld en andere bezittingen de vrijstellingsgrens overschrijden. Deze grens blijft in 2024 op € 57.000 staan, met een heffingsvrij vermogen van € 114.000 voor fiscale partners. Als je meer spaargeld of beleggingen hebt, betaal je in 2024 dus meer belasting in box 3.
Goed nieuws voor mensen met groen spaargeld en groene beleggingen: in 2024 wordt de vrijstellingsgrens hiervoor verhoogd van € 65.072 naar € 71.251.
Dit zijn slechts enkele van de vele wijzigingen voor dit jaar. Het is daarom belangrijk dat je jouw bedrijfsadministratie goed op orde hebt. Als je hier overzicht in hebt hoef je alleen maar nog te denken om het verwerken en rekening houden met alle nieuwe regels van het jaar. Leer daarom alles over de basis van een administratie bijhouden in de cursus Basiskennis Boekhouden.